Wat zijn onderwijsnetten?

Traditioneel worden er drie netten onderscheiden: het gemeenschapsonderwijs, het gesubsidieerd officieel onderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs.

 

Het gemeenschapsonderwijs, vroeger 'rijksonderwijs', is het onderwijs dat georganiseerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap. Het gemeenschapsonderwijs is door de grondwet verplicht tot neutraliteit. Dit betekent dat iedereen er terecht moet kunnen. De religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en de leerlingen moet gerespecteerd worden.

 

Het gesubsidieerd officieel onderwijs omvat de gemeentescholen, stedelijke scholen en provinciale scholen. Die worden georganiseerd door respectievelijk gemeentebesturen, stadsbesturen en provinciebesturen. De inrichtende machten van dit onderwijs zijn verenigd in twee koepels, het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) en het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV).

 

Een derde net is het gesubsidieerd vrij onderwijs. Een vrije school is georganiseerd op privé-initiatief, door een privé-persoon of een privé-organisatie. De inrichtende macht is vaak een vzw (vereniging zonder winstoogmerk). Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen. Er zijn ook protestantse, joodse, orthodoxe, islamitische,... vrije scholen mogelijk. Naast deze confessionele scholen zijn er ook scholen die niet aan een godsdienst verbonden zijn, de vrije niet confessionele scholen. 

 

Binnen dit net situeren zich de FOPEM-scholen. FOPEM is een groepering van 19 onafhankelijke methodescholen met 25 lesplaatsen, waaronder Freinetscholen, ervaringsgerichte scholen en projectscholen. Naast de FOPEM-scholen behoren ook de Steiner-scholen gegroepeerd in een eigen federatie, de vrijzinnige scholen, verenigd in een overlegplatform en een aantal ongebonden scholen tot de groep vrij niet confessioneel onderwijs,

 

Om te kunnen behoren tot het gesubsidieerd vrij onderwijs moet een school voldoen aan erkenningsvoorwaarden en subsidiëringsnormen.